IPv4 én IPv6

Wat zijn IPv4- en IPv6-adressen?

Elke computer, welke is aangesloten op het internet, heeft een nummer waarmee hij zichtbaar is voor alle andere computers op het internet. Men kan dit vergelijken met telefoonnummers. Om het mogelijk te maken dat computers elkaar kunnen vinden en identificeren, hebben deze hun eigen nummer nodig. Deze nummers zijn de IP-adressen.

Van oudsher maken we gebruik van IP versie 4 (IPv4). Bij de ontwikkeling van IPv4 heeft men nooit voorzien dat het gebruikt zou worden voor wat vandaag het internet heet. Ieder apparaat dat op het internet wordt aangesloten heeft een eigen uniek adres nodig. Zo'n twintig jaar geleden werd al duidelijk dat het concept van IPv4 niet toereikend is om de toekomstige groei in adressen mogelijk te maken. Men heeft toen besloten een geheel nieuwe versie van IP te ontwikkelen. Die nieuwe versie heet IPv6.

Even technisch; De adresruimte van IPv4 is 32 bit. Dat betekent dat er wereldwijd circa vier miljard adressen beschikbaar zijn. Dat lijkt heel veel, maar het zijn er al te weinig om bijvoorbeeld elke inwoners in de wereld (circa 7,5 miljard) een IPv4-adres te laten gebruiken. Voor IPv6 heeft men daarom gekozen voor een 128 bit adresruimte. Hierdoor zijn er 340.282.366.920.938.463.463.374.607.431.768.211.456 (circa 4 miljard x 4 miljard x 4 miljard x 4 miljard) IPv6-adressen beschikbaar. Je kunt daarmee met het grootste gemak iedere zandkorrel op het aardoppervlak van een hele serie IPv6-adressen voorzien.

Nieuwe glasvezelaansluitingen maken direct gebruik van IPv6 bij de activatie door onze monteurs.